Uithoudingsvermogenonderzoek

Zaterdag 5 april, Eric Sanders
Aan dit NK doen zes twintigers mee, een veertiger en vijf vijftigers. Voor het gemak noemen we de eerste zes de jongeren en de laatste zes de ouderen zonder eerbiedig noch oneerbiedig te willen zijn.

Vandaag was een dag met twee ronden en dat roept de vraag op of de ouderen daar uithoudingsgewijs meer moeite mee hebben dan de jongeren. Dat zou dan vooral af te meten moeten zijn aan partijen tussen jong en oud en daarvan stonden er in de derde ronde vier van op het programma.

Auke Scholma

De partij die als eerste uit was, was die tussen Roel Boomstra en Auke Scholma. Op de 27e zet overzag Scholma een forcing die schijfwinst voor Boomstra opleverde. Toen deze de juiste zetten afleverde, liet de nestor onder de deelnemers zich de rest niet meer bewijzen. De winstgang was weliswaar enigszins verborgen, maar voor een speler van het kaliber Scholma was de miszet toch wel een blundertje te noemen. Een eerste aanwijzing dat ouderen wellicht in het nadeel zijn. Boomstra hoorden we niet klagen, want hij gaat nog steeds zonder puntverlies aan kop.

Debutant Jan van Dijk speelde een degelijke partij tegen Hein Meijer, die nooit oud lijkt te worden, maar het natuurlijk wel is. Van Dijk had aan het eind, voor het eerst dit toernooi, wat voordeel, maar het was allemaal net te weinig. Meijer liet nergens blijken dat twee partijen op een dag voor hem te veel zijn.

Jan van Dijk

In de partij tussen Ben Provoost (jong) en Ron Heusdens (oud) werd het evenwicht nergens verbroken. Al laverend en ruilend wisten ze het elkaar niet moeilijk genoeg te maken.

Alexander Baljakin tegen Geert van Aalten is een verhaal apart. Baljakin is slechts drie jaar jonger dan Van Aalten, maar zit in de bloei van zijn damcarrière. Hij is de afgelopen vijf jaar vier keer Nederlands kampioen geworden en hij staat derde op de wereldranglijst. Geert van Aalten speelde 18 jaar geleden zijn laatste NK en had niet verwacht ooit nog weer mee te doen, tot de sponsorplek zich aandiende. Baljakin zette z’n Huissense teamgenoot flink onder druk, maar deze gaf geen krimp. Net toen Van Aalten alle problemen leek te hebben opgelost, beging hij op de 47e zet een positionele blunder van jewelste, die hem de kop kostte. Kwam het door ouderdomsvermoeidheid?

Wouter Sipma en Mike Koopmanschap zijn allebei jonkies, die nergens last van zouden horen te hebben. En dat bleek ook zo. Sipma zette zijn partij goed op en leek kansen te krijgen, maar Koopmanschap redde zich met een semispectaculaire remisecombinatie met een eindslag over zes schijven. Niets aan het handje, punt voor beiden.

Anton van Berkel is de enige jongere oudere in het gezelschap. Oudere jongere klinkt sympathieker maar is verwarrend in verband met het onderzoek. Van Berkel had ‘s ochtends al tot het gaatje moeten gaan voor een minremise en had meer energie verstookt dan zijn jonge opponent Pim Meurs, die ‘s ochtend juist redelijk snel klaar was. Meurs kwam wel tot wat voordeel, dat hij wilde uitbouwen tot een plusremise, maar Van Berkel stelde koelbloedig een vol punt veilig.

Zo is op zaterdag nog niet overtuigend aangetoond dat ouderen meer last hebben van een dubbele ronde. Wat dat betreft was het typerend dat toen ‘s avonds het licht uitgedaan moest worden, Ron Heusdens en Hein Meijer nog steeds aan het analyseren waren. Bij de volgende dubbele ronde op dinsdagmiddag wordt het onderzoek voortgezet, hoewel er dan helaas maar twee partijen tussen jong en oud op het programma staan.